[rank_math_breadcrumb]

Longembolie, longembolie oorzaak, ruiterembolie

Wat is een longembolie?

Longembolie is een verstopping in een bloedvat dat naar de longen leidt. Wanneer zo’n verstopping ontstaat dan wordt het bloed dat langs de longen stroomt van minder zuurstof voorzien. Hierdoor kan er een gevoel van benauwdheid ontstaan.

Longembolie

Verstopte ader en longembolie

Tussen het hart en de longen bevindt zich de longslagader. Deze longslagader vervoert bloed van het hart naar de longen, waar er zuurstof aan het bloed wordt toegevoegd. Vervolgens keert het bloed met een gezond zuurstofgehalte terug naar het hart, zodat deze het door het hele lichaam kan pompen.

Er kan een ader of een slagader verstopt raken, waardoor het zuurstofarme bloed onvoldoende zuurstof toegevoegd krijgt via de longen. Hierdoor gaat er bloed terug naar het hart dat onvoldoende zuurstof bevat. In dit geval is er sprake van een longembolie.

Soorten longembolie: bloedprop

Er bestaan meerdere varianten van een longembolie. Het kan gaan om een relatief kleine bloedprop die zorgt voor de verstopping, maar de bloedprop kan ook een stuk groter zijn. Deze kan zich bij de rand van een long bevinden, maar ook in het midden van een long. Het komt ook voor dat er sprake is van meerdere bloedproppen.

Bij een grote longembolie is er sprake van een grote bloedprop die zich in het midden van een long bevindt. Het komt ook voor dat beide longen te maken krijgen met een verstopping. Dit noemen we een dubbele longembolie of een ruiterembolie. Hier komen we later nog op terug. In verreweg de meeste gevallen wordt de verstopping in de longslagader of een vertakking daarvan veroorzaakt door een bloedprop.

Zo’n verstopping kan echter ook ontstaan door luchtbellen of door vet. Hoe hoger de verstopping in de ader zit, hoe groter het deel van de long is dat geen zuurstof op kan nemen uit de ingeademde lucht.

Longembolie

Ervaring offline cursus

Hoe vaak komt longembolie voor?

Het is moeilijk vast te stellen hoe vaak de longembolie voorkomt in Nederland. Op elke 1.000 Nederlanders wordt er bij 2,6 personen per jaar gedacht aan een longembolie. Bij een kwart van de personen waarbij wordt vermoed dat er sprake is van een longembolie is dit ook daadwerkelijk het geval. Op basis van deze gegevens kan worden gesteld dat er gemiddeld tussen de 10.000 en 12.500 personen op jaarbasis te maken krijgen met een longembolie.

Symptomen longembolie

Doordat er verschillende varianten van de longembolie zijn, zijn de symptomen niet altijd gelijk. Wanneer je te maken krijgt met een longembolie, dan kun je dus opeens verschillende symptomen ervaren. Hieronder vind je een overzicht van de meest voorkomende symptomen, welke je apart van elkaar, of gecombineerd met elkaar kunt ervaren:

• Transpireren
• Versnelde ademhaling
• Een zwakkere of juist verhoogde hartslag
• Lichtheid in het hoofd
• Hoesten 
• Benauwdheid
• Pijn op de borst

Longembolie oorzaak: bloedprop in been

De directe oorzaak van een longembolie is een bloedprop, een luchtbel of vet. Eén van deze drie factoren zorgt voor een blokkade in de ader of slagader van de longen. Zoals we net al hebben aangegeven gaat het in verreweg de meeste gevallen om een bloedprop, bestaande uit bloed dat gestold is.

Vaak is het zo dat deze bloedprop zich in eerste instantie op een andere plek in het lichaam bevindt. Bijvoorbeeld in de benen. De bloedstolsels die zich in grotere aderen bevinden worden ook wel trombose genoemd. Een klein stukje van een bloedstolsel kan losraken en vervolgens met het bloed mee worden gevoerd door het lichaam. Uiteindelijk kan het op deze manier in de longader of longslagader terecht komen, waar het voor een verstopping zorgt.

Bloedprop in been

Bloedprop in been

Longembolie door medicijnen, of drugs

Een luchtbel kan ook een verstopping veroorzaken. Er komt gelukkig niet zomaar een luchtbel in het bloed terecht. In de meeste gevallen wordt deze veroorzaakt doordat er iets in het lichaam wordt gespoten. Hierbij kan worden gedacht aan medicijnen of drugs.

Via de injectienaald wordt er lucht in het bloed gebracht. Het is daarom heel belangrijk dat er altijd vooraf wordt gecontroleerd dat er geen lucht in de spuit zit voordat de inhoud in het lichaam wordt gespoten. Zit er per ongeluk toch lucht bij? Dan kan deze luchtbel zorgen voor een verstopping en zo leiden tot een longembolie.

Wordt de verstopping door vet veroorzaakt? Dan is dit in de meeste gevallen afkomstig uit bot.

Zeldzame vorm longembolie

Er is nog een oorzaak van een verstopping. Deze komt zeer zelden voor. Het gaat dan om een verstopping die wordt veroorzaakt door een losgeraakt stukje tumor. In alle gevallen geldt dat de verstopping op elke plek in de longslagader of een vertakking kan plaatsvinden. De longslagader kent veel vertakkingen die steeds verder vertakken. Als de longembolie al in de longslagader optreedt zal het ernstig zijn. Dan worden vertakkingen van de longslagader namelijk ook afgesloten.

Dubbele longembolie / ruiterembolie

Eerder las je al over de dubbele longembolie. Hier gaan we er dieper op in, vooral omdat het hier gaat om de meest ernstige vorm van longembolie. Een andere benaming voor deze variant is ruiterembolie. Er is sprake van een ruiterembolie wanneer de longslagaders van allebei de longen compleet zijn afgesloten door een groot bloedstolsel.

Hierdoor wordt de bloedcirculatie volledig stilgelegd. Een andere benaming daarvoor is circulatiestilstand. Binnen slechts enkele seconden zal de persoon in kwestie buiten bewustzijn raken. De weefsels krijgen in dit geval namelijk geen zuurstof meer aangeleverd. In deze situatie is het van levensbelang om zo snel mogelijk te reanimeren en op een zo kort mogelijke termijn bloedverdunning toe te dienen. Gebeurt dit niet, bijvoorbeeld omdat de persoon in kwestie alleen is? Dan is de longembolie fataal.

Overlevingskans ruiterembolie

Bij een ruiterembolie sluit een groot bloedstolsel de zogenaamde long arteriën van beide longen volledig af. Dit zorgt ervoor dat de pompwerking van het hart direct stil komt te liggen. Het risico op overlijden is dan zeer groot. Er wordt dan gesproken van een plotselinge dood of  acuut overlijden.

De overlevingskans is bij een ruiterembolie vele malen kleiner dan bij andere vormen van de longembolie. Er is uitsluitend kans op overleven wanneer er iemand nabij is om direct te starten met de reanimatie én wanneer er spoedig bloedverdunners worden toegediend.

Longinfarct

Een longinfarct kan na een longembolie optreden. Als een deel van het longweefsel voor te lange tijd compleet geen bloed – en dus ook geen zuurstof – meer krijgt, dan sterft dit longweefsel af. In dit geval is er sprake van een longinfarct. Bij ongeveer 10 procent van de personen die te maken krijgen met een longembolie volgt er een longinfarct. Je doet er natuurlijk goed aan om dit te voorkomen. Daarover straks meer.

Overlevingskans longembolie

De longembolie is in Nederland zeer goed behandelbaar. Van alle personen die een longembolie krijgt, overleeft maar liefst 95 procent deze beproeving. Na langere tijd worden deze personen weer genezen verklaard. De behandeling wordt direct ingezet met bloedverdunners, waardoor ook het risico op herhaling tot een minimum wordt beperkt. Wanneer er geen behandeling zou kunnen plaatsvinden, dan zou de overlevingskans zakken naar 70 procent of lager.

Risico longembolie

Een longembolie kan iedereen overkomen. Wel is het zo dat er bepaalde factoren zijn die zorgen voor een verhoogd risico op een longembolie. Hieronder vind je een opsomming van deze factoren:

• Erfelijke aanleg
• Een heup-, bekken- of beenbreuk
• Een (buik)operatie
• Hogere leeftijd
• Overgewicht / obesitas
• Verlamming
• Zwangerschap
• Hoog cholesterol
• Roken
• Beroerte
• Kanker
• Diabetes / suikerziekte
• Overgewicht / obesitas
• Hartziekten
• Bepaalde longziekten
Onvoldoende beweging

Ademhaling en longembolie 

Een ademhalingspatroon dat afwijkt van de medische norm veroorzaakt een structurele disbalans in verschillende fysiologische processen. Dat lijdt ertoe dat  veel van de bovenstaande risicofactoren zwaarder wegen dan nodig is. De ontdekking van Professor Konstantin Pavlovich Buteyko was dat mensen met astma en COPD hyperventileren. Over dr. Buteyko lees je straks meer, maar onthoud dat chronische hyperventilatie een manier van ademen is die buiten de medische norm valt. 

Een symptoom van chronische hyperventilatie is snel buiten adem bij inspanning zijn. Dat motiveert niet om meer te gaan beweging. En een gebrek aan lichaamsbeweging is weer een risicofactor voor longembolie. Door chronische hyperventilatie te verhelpen verdwijnt, of vermindert het snelle buiten adem zijn. Dan wordt het makkelijker om lichamelijk actief te worden.

Longembolie zwangerschap

Trombose, waarbij bloedproppen ontstaan, komt ook voor bij zwangere vrouwen. Bij elke 1.000 zwangerschappen zijn er 1 of 2 vrouwen die te maken krijgen met deze bloedproppen. De bloedproppen kunnen zich overal in het lichaam bevinden. De longembolie en het trombosebeen komen echter het vaakst voor tijdens de zwangerschap. Bij 1 op de 100.000 vrouwen die tijdens de zwangerschap te maken krijgt met een longembolie is deze fataal. 

Krijg je bij zwanger zijn ineens last van pijn bij het ademhalen, van bloed ophoesten of van benauwdheid? Dan is het belangrijk direct een arts te bezoeken. Deze zal zo snel mogelijk willen vaststellen of er sprake is van een longembolie. Van alle vrouwen die tijdens de zwangerschap een arts bezoekt met dergelijke klachten blijkt 4 procent daadwerkelijk een bloedstolsel te hebben.

Toch is het altijd zeer aan te raden om direct een arts te bezoeken wanneer je klachten ervaart. Longembolie klachten komen deels overeen met zwangerschapskwalen, waardoor er snel twijfel ontstaat. Neem altijd het zekere voor het onzekere.

Zwangerschap ⎟ CT-scan

Voorheen was het nodig om een CT-scan te laten maken om een longembolie te kunnen vaststellen of te kunnen uitsluiten. Hierdoor worden zowel de moeder als de ongeboren baby blootgesteld aan röntgenstraling. Deze straling komt ook in het borstweefsel van de vrouw terecht. Dit beïnvloedt de keuze om borstvoeding aan de baby te gaan geven. Tegenwoordig wordt er in verreweg de meeste gevallen een diagnose gesteld zonder het maken van een CT-scan. 

Longembolie operatie

Het komt voor dat een operatie een longembolie veroorzaakt. De longembolie wordt dan gezien als een ernstige complicatie na de operatie. In verreweg de meeste gevallen gaat het om een buikoperatie, maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn. In de Nederlandse ziekenhuizen worden LMH’s gebruikt om een longembolie na de operatie te voorkomen. LMH’s zijn Laag Moleculaire Heparines. Dit zijn prikjes die trombose, dus de vorming van bloedproppen, tegengaan.

Moet je een operatie ondergaan en bestaat er een verhoogd risico op het ontstaan van een longembolie na de operatie? Dan zal er vóór de operatie al worden gehandeld door de behandelend arts. Dit betekent dat je in de periode voorafgaande aan de operatie al bloedverdunners krijgt voorgeschreven. Hoe lang je deze in moet nemen is per persoon verschillend, evenals de dosering. Er zijn meerdere soorten prikjes die trombose tegengaan. De meest bekende en meest toegepaste zijn Fragmin, Clexane en Fraxiparine / Dalteparine.

Trombose longembolie, trombosebenen

Een longembolie kan, zoals eerder genoemd, worden veroorzaakt door een bloedprop, een luchtbel of een stukje vet. In uitzonderlijke gevallen is het een losgeraakt stukje tumor dat de blokkade veroorzaakt. Een longembolie wordt echter meestal veroorzaakt door een bloedprop, ofwel een bloedstolsel. Dan is er sprake van een trombose longembolie, ofwel een longembolie die wordt veroorzaakt door trombose. Trombose komt voor in de aders en wordt het vaakst gezien in de benen. Er is dan sprake van trombosebenen.

Iedereen heeft stollingsfactoren in het bloed. Deze zijn ook nodig, want het zijn deze stollingsfactoren die ervoor zorgen dat wondjes niet door blijven bloeden. Er ontstaat vaak snel een korstje door de stollingsfactoren. Iedereen heeft ook antistollingsfactoren in het bloed en ook deze zijn nodig.

De antistollingsfactoren remmen de stolling van bloed juist af. Wanneer er sprake is van trombose, dan zijn deze twee factoren niet met elkaar in balans. Er ontstaan dan ongewenste bloedstolsels die vervoerd worden via aders en slagaders. Deze kunnen uiteindelijk blijven steken in een longader of longslagader en zo ontstaat er een longembolie.

Pijn bij longembolie

Wanneer er sprake is van een longembolie, dan kan er sprake zijn van pijnklachten. Dit hoeft echter niet. Er zijn zeker ook mensen die geen pijnklachten ervaren bij een longembolie. De meest voorkomende pijnklachten zijn pijn bij het hoesten, bij het ademhalen, bij het zuchten, tussen de schouderbladen en op de borst. Pijnklachten in het been komen ook voor, maar minder vaak.

Longembolie CT

In veel gevallen maakt de arts een CT-scan om een longembolie vast te kunnen stellen of uit te kunnen sluiten. Bij zwangere vrouwen zal zoals genoemd meestal worden geprobeerd om een CT-scan te voorkomen, in verband met de röntgenstraling. Er wordt vaak eerst een longfoto (thorax) gemaakt. 

Daarna kan het zijn dat de arts een CT-scan toch nodig vindt. Hiervoor wordt er een contrastvloeistof in de aderen gebracht via een infuus. Deze vloeistof voelt warm aan en velen denken dat zij in de broek plassen vlak na het inbrengen van de vloeistof. Dit gevoel ontstaat door het warme gevoel van de contrastvloeistof in de aderen.  Wanneer er daadwerkelijk een bloedprop zit, dan zal de contrastvloeistof hier stoppen met stromen. Zo is de longembolie, en de plek van de bloedprop, direct zichtbaar.

Longembolie: perfusiescan, of echo

De keuze gaat niet altijd uit naar het maken van een CT-scan. Het is ook mogelijk om een perfusiescan te maken van de longen. Ook in dit geval wordt er via een infuus een vloeistof ingespoten. Hierbij gaat het om een contrastmiddel dat radioactief is. Er kan twijfel zijn of er sprake is van een trombosebeen. Dat leidt meestal tot het maken van een echo van het been, of van beide benen. Dat is afhankelijk van de situatie. 

Longembolie diagnose

Het vaststellen van een longembolie is in de meeste gevallen niet eenvoudig. Wanneer je met symptomen naar de arts gaat, dan zal deze eerst een vragenlijst doornemen om te ontdekken of de symptomen daadwerkelijk passen bij een longembolie. De arts zal vervolgens naar de longen luisteren met een stethoscoop. Aanvullend worden er zoals genoemd meerdere onderzoeken verricht om een longembolie vast te kunnen stellen. Via een bloedonderzoek test men bijvoorbeeld het zuurstofgehalte en de stolling van het bloed.

Het is belangrijk om eventuele andere oorzaken van de symptomen uit te sluiten. Daarom stelt men via een röntgenfoto vast of er geen andere (long) aandoeningen aanwezig zijn die tot klachten kunnen leiden. Via een echo kijkt men naar de bloedcirculatie in de benen. De bloeddoorstroming in de longen bekijkt men via een perfusiescan of een CT-scan. In de meeste gevallen zal er worden gekozen voor de CT-scan. Tot slot onderzoekt men eventueel de hartactiviteit. Dit gebeurt door middel van een ECG, ook wel bekend als het hartfilmpje.

Longembolie behandeling

Het lichaam is in veel gevallen zelf in staat om een bloedstolsel op te lossen. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat er geen nieuwe bloedproppen kunnen ontstaan. De bestaande bloedprop mag ook niet verder groeien. Daarom vindt er een behandeling plaats met bloedverdunners. Bloedverdunners vallen onder de antistollingsmiddelen.

In de eerste behandelperiode dient een arts / zorgverlener het middel toe via een injectiespuit. Dit werkt sneller en is daarom effectiever. Na verloop van tijd is het bloed een stuk dunner, waardoor de injecties kunnen stoppen. De behandeling is dan nog niet klaar. Hierna krijg je namelijk bloedverdunners in tabletvorm, zodat je deze thuis in kunt nemen. De directe behandeling van een longembolie vindt plaats in het ziekenhuis. In verreweg de meeste gevallen gaat het om een dag opname, waardoor je niet hoeft te overnachten in het ziekenhuis. 

Opnieuw een longembolie

Helaas komt het voor dat er opnieuw een bloedstolsel ontstaat, waardoor je ook opnieuw te maken kunt krijgen met een longembolie. Gewoon hoesten na een longembolie komt veel voor, maar overmatig hoesten of het ophoesten van slijm en / of bloed vraagt wel om aandacht. Neem in dat geval direct contact op met de huisarts of behandelend arts. Dit geldt ook wanneer je ineens sneller adem gaat halen, wanneer ademen pijnlijk is of wanneer je je benauwd voelt.

Let op bij het gebruik van bloedverdunners

Na de behandeling met bloedverdunners kan het voorkomen dat het bloed juist te dun wordt. Neem daarom contact op met de huisarts, de behandelend specialist of de trombosedienst wanneer je:

  • Zware ontlasting hebt
  • Bloed bij de ontlasting ziet
  • Bloed in je urine ziet
  • Spontane neusbloedingen hebt
  • Merk je dat je (onder)benen zwaarder, dikker, of pijnlijker worden
  • Tandvlees vaker, of langer bloed dan gewoonlijk
  • Wondjes hebt die blijven bloeden
  • Al snel blauwe plekken krijgt, na een zacht stootje bijvoorbeeld

Longcapaciteit na longembolie

Bij een reguliere longembolie is er in de meeste gevallen geen sprake van blijvende schade aan de longen. Daar kun je volledig van genezen. De longcapaciteit is dan gelijk aan de longcapaciteit van vóór de longembolie.

Heb je een ernstige longembolie gehad? Dan kan er wel blijvende schade aan de longen zijn ontstaan, ook bij snel behandelen. De longcapaciteit kan dan blijvend verlaagd zijn. Bij inspanning kun je dan sneller kortademig zijn. Er kan ook sprake zijn van een te hoge bloeddruk in de longslagaders. Dat heet pulmonale hypertensie. In dit geval zal je de rest van je leven bloedverdunners moeten blijven gebruiken.

Belang ademvolume voor leefkwaliteit.

Hiervoor hadden we het even longcapaciteit. De longcapaciteit kan door een longembolie blijvend verlaagd zijn. Dat is natuurlijk vrij ernstig, maar voor een goede leefkwaliteit is het van belang om het verschilt tussen tussen longcapaciteit en longvolume te kennen.

Dat gaat over je ademteug, ofwel de hoeveelheid lucht die je per minuut ademt. Bij een medisch gezien gezonde ademhaling stroomt er per inademing en uitademing 500 ml lucht door de longen. Bij chronische hyperventilatie is er sprake van een afwijking van deze norm. Er wordt dan voor twee, of zelfs drie personen geademd. Door chronische hyperventilatie te verhelpen kun je efficiënter gebruikmaken van je longen. Dat betekent dat de longen minder belast zullen worden. De longen kunnen dan meer en beter ontspannen. Dit geldt ook voor de belangrijkste ademhalingsspier, het middenrif.

Nasleep longembolie / Longembolie herstelperiode

De longembolie herstelperiode is niet voor iedereen even lang. Dit hangt uiteraard voor een groot deel samen met de ernst van de longembolie. In de meeste gevallen blijft de herstelperiode beperkt tot maximaal een jaar. Bij een milde longembolie is het vaak voldoende om 3 tot 6 maanden bloedverdunners te blijven gebruiken. In ernstigere gevallen is dit nodig voor de duur van een jaar.

Was de longembolie zeer ernstig of heb je al meerdere long embolieën gehad? Dan schrijven artsen vaak levenslang bloedverdunners voor. De nasleep van een longembolie is hierdoor voor iedereen anders. De ene persoon heeft na zeer korte tijd al nergens meer last van, terwijl de ander blijvende longschade heeft opgelopen, met alle gevolgen van dien.

Voorkom dit probleem na een longembolie.

60% van de mensen ervaart blijvende gevolgen na een longembolie.

Eén van deze gevolgen is hoesten. Daar las je hiervoor al over. Bij hoesten stoot je tot 80 km/uur lucht uit. Bij chronische hoesten wordt er dan ook te veel koolzuurgas afgeblazen. Wanneer je vele malen tot 80 km/uur lucht uitstoot dan is het onvermijdelijke gevolg dat je ook vaak diep zult inademen. Dan adem je ook sneller stofjes in die weer tot het hoesten zullen leiden.

Bovendien blaas je te veel koolzuurgas af als gevolg van het diepe ademen. Daar wordt vaak van gedacht dat we daar zo snel mogelijk vanaf moeten. Het tegendeel is fysiologisch bewezen waar. Koolzuurgas heeft vele functies in het lichaam, waaronder het ontspannen van het gladde spierweefsel om de luchtwegen.

Een medisch gezien te lage koolzuurgas concentratie en diep ademen zijn kenmerken van chronische hyperventilatie. In de nasleep van een longembolie ontstaat dus vaak het probleem van chronische hyperventilatie. Onderaan deze pagina vind je meer informatie over chronisch hoesten en chronische hyperventilatie. Daar staat ook een test waarmee je chronische hyperventilatie kunt vaststellen.

Longembolie voorkomen

Het beste is natuurlijk om een longembolie te voorkomen. Daar kan goed ademen bij helpen. Koolzuurgas speelt namelijk ook een belangrijke rol in het ontspannen van het gladde spierweefsel om de bloedvaten. Bij chronische hyperventilatie heb je een tekort aan koolzuurgas in het bloed. Daardoor kunnen de bloedvaten verkrampen met een hoge bloeddruk als mogelijk gevolg. Het is bekend dat een hoge bloeddruk een risicofactor op een longembolie is. De Buteyko therapie kan helpen om een hoge bloeddruk te verhelpen.

Je hebt eerder gelezen over de verschillende risicofactoren op een longembolie. Hoewel de link vaak niet direct gelegd wordt kunnen deze risicofactoren veroorzaakt worden door verkeerd ademen. Zoals gezegd zijn deze risicofactoren o.a. hartaandoeningen en longaandoeningen zoals astma en longemfyseem. Uit dit onderzoek blijkt overigens dat astmatici 3.24 meer risico lopen op een longembolie dan de normale populatie.

De risicofactoren heup-, bekken- of beenbreuk, hoog cholesterol, roken, kanker, diabetes en overgewicht hebben ook een overlap me de ademhaling. Als je daar meer over wilt weten kun je me bellen voor een gratis telefonisch consult van 15 minuten

Professor Konstantin Pavlovich Buteyko

Chronische hyperventilatie is een vorm van verkeerd ademen en dat kun je  verhelpen via de Buteyko adem methode. Deze ademtherapie is vernoemd naar de longarts en professor Konstantin Pavlovich Buteyko. Professor Buteyko heeft tien jaar lang aan het hoofd gestaan van een laboratorium in experimentele biologie en geneeskunde. Zijn grote ontdekking was dat chronische hyperventilatie de onderliggende aandoening is van verschillende chronische aandoeningen. 

Buteyko cursus

Mijn naam is René van den Heuvel en ik beoefen fulltime het vak van Buteyko therapeut. Ik kan je helpen bij chronische hyperventilatie en chronische hoestklachten als gevolg van een longembolie. Ik kan je helpen om via de Buteyko therapie hoestklachten te verminderen, of te verhelpen.

Bovendien heeft de Buteyko therapie een preventieve functie op het ontstaan van een longembolie. Een hoge bloeddruk is namelijk ook een risicofactor die je weg kunt nemen door rustig te ademen als gewoonte. Daar kun je meer over lezen in hyperventilatie en hoge bloeddruk. 

Als je overweegt om de Buteyko therapie te volgen dan kun je bij me terecht voor de  offline individuele cursus, of de online cursus.

Gerelateerde blogartikelen

Hyperventilatie test
Chronische hyperventilatie symptomen
Hoesten door stress
Hoesten door stress
Hartoverslagen door stress
Astma door stress
Slijm in je longen verhelpen
Brok in keel wegkrijgen
Ademhalingsfrequentie
Licht in het hoofd voelen
Inspanningsastma
Extreme vermoeidheid en spierpijn
Astma aanval symptomen
Pneumonie: aspiratie pneumonie
6 minuten wandeltest
Cyanose
Voorzetkamer
Trommelstokvingers
Longemfyseem
Rem slaap
Powernaps, wanneer en hoe
Naakt slapen, gezondheidsvoordelen

Over René, Je Buteyko ademtherapeut

Wil je beter leren ademen?

Contact

Leave a Reply

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

ONLINE CURSUS

Incl. 2 uur 1 op 1 coaching
€ 300,-

Info en aanmelden

OFFLINE 1 op 1 CURSUS 

Aanmelden: info@gezondeademhaling.nl
Offline begeleiding en coaching

Locatie: Utrecht

 € 500,-

Meer info

VERGOEDING: vraag het je werkgever via dit formulier.

KORTING bij samen volgen cursus

Offline 1 op 2 cursus
€100,- korting p.p.
Locatie: Utrecht

Contactgegevens

René van den Heuvel
H.j. Schimmelstraat 63
3532 TB Utrecht
info@gezondeademhaling.nl
+31 652519537